In mijn badkamerkastje staan vele flesjes plantaardige oliën. En niet voor niets, er zitten van nature prachtige ingrediënten in. Ik vertel je heel graag alles over plantaardige oliën en natuurlijk welke bij mij favoriet zijn.
Plantaardige oliën haal je uit noten, zaden en delen van planten door onder andere persing. Je vindt vele mooie ingrediënten in dit vloeibare goud. Ze bevatten natuurlijke oliën trigyceriden, fosolipiden, fenolen, vrije vetzuren en antioxidanten. Samen helpen ze de huidbarrière van de huid te verbeteren. Dat gebeurt door antioxidatie, door de wondgenezing te stimuleren en ontstekingen te remmen. Ook werken oliën antimicrobieel.
Plantaardige oliën hebben dus prachtige eigenschappen, maar ze zijn geen vervanging van een crème. In een goede crème zitten vaak veel hogere concentraties werkzame stoffen dan in een olie. Je kunt plantaardige oliën dus vooral zien als een uitstekende toevoeging aan je beautyroutine. En daarvoor zijn ontzettend veel opties. Veel meer dan je nu waarschijnlijk denkt.
De mogelijkheden zijn echt eindeloos. Ook ik kan de plantaardige oliën niet meer wegdenken uit mijn huidverzorgingsritueel. Ik gebruik ze (bijna) voor mijn hele lichaam:
Als je een voedselallergie hebt zijn niet alle plantaardige oliën een goed idee voor je huid. Zo is het verstandig om op te passen met sesam-, cashew- en sojaolie als je hier allergisch voor bent. Als je dan een van deze oliën op je huid aanbrengt, kun je er namelijk eczeemklachten van krijgen.
Ik gebruik plantaardige oliën dagelijks en zou echt niet meer zonder kunnen. Maar de ene olie is de andere dus niet. Dit zijn mijn favorieten en hoe ik ze gebruik:
Een heel fijne basisolie die je voor bijna alles kunt gebruiken: jojobaolie. Dit is een olie die tussen licht en zwaar in zit en die heel goed wordt opgenomen door de huid. Jojobaolie is geschikt voor alle huidtypen, zelfs de wat vettere huid, omdat deze olie de huid niet verstopt. Je vindt hierin veel vitamine E. Ik gebruik ‘m als oogmake-upremover, voor mijn nagelriemen én als haarmasker.
Abessijnse olie komt uit met name Oost-Afrika en bevat veel (alfa)-linoleenzuur. Deze olie kan wat verder in de huid trekken en trekt ook nog eens heel snel in. Deze plantaardige olie masseer ik in op mijn gezicht als mijn huid wat droger is. Abyssinian oil is namelijk een uitstekende hydrateerder. Ook gebruik ik Abessijnse olie als haarmasker voor een prachtige glans. Wel is het belangrijk om maar een paar druppeltjes in je haar te masseren, anders wordt je haar al snel heel vet.
Kukui-olie wordt gehaald uit de noten van de kukuiboom. Deze olie wordt al honderden jaren gebruikt door de inwoners van Hawaii, onder andere om de huid van baby’s te beschermen. In deze plantaardige olie zitten heel veel omega 3-vetzuren, die ontstekingen in de huid kunnen tegengaan. Wat misschien wel de fijnste eigenschap van deze olie is, is dat-ie echt razendsnel intrekt, waardoor je huid niet plakkerig wordt, maar juist zijdezacht aanvoelt. Een droge huid maak je met deze olie snel weer soepel en zacht. Ik gebruik deze olie heel graag als ik op reis ben.
Een wat vollere olie is rice bran oil. Rijstolie maak je uit de vlies en kiem van rijstkorrels. Deze plantaardige olie bevat veel vitamine E en gamma-oryzanol. Vitamine E geeft bescherming tegen zonschade en kan helpen om pigmentvlekken lichter te maken. Gamma-oryzanol heeft een sterke antioxidantwerking en helpt de huid beschermen tegen huidschade door uv-straling. Als mijn lichaamshuid droog is dan gebruik ik rijstolie om de huid snel weer glad te maken. Ook deze olie kan dof haar weer tot leven brengen.
Hibiscusolie komt van de zaden van de plant roselle (Hibiscus sabdariffa L.). Deze olie, die je ook wel rosellezaadolie noemt, bevat veel linoleenzuur en vitamine E. Een fijne olie dus om uv-schade tegen te gaan. Ik gebruik ‘m op mijn gezicht als het droog aanvoelt.
Meadowfoam oil is nog redelijk onbekend, maar is nu al een van mijn lievelingsoliën. Deze olie wordt geëxtraheerd uit de meadowfoamplant die je vindt in de Verenigde Staten en Canada. Wat zo fijn is aan deze plantaardige olie is hoe die aanvoelt op de huid. Deze olie laat namelijk geen vettig laagje achter, maar maakt je huid wel heerlijk soepel. Ook blijft deze olie heel lang goed, dat is lang niet bij alle plantaardige oliën het geval. Verder kan meadowfoamolie een beschermende laag aanbrengen over je haar, waardoor die gehydrateerd blijft. Extra fijn als je je haar hebt geverfd.
Een andere favoriete plantaardige olie van mij is camelliaolie. Deze olie is iets zwaarder en bevat heel veel omega 9. Een geweldig hydraterende olie die de huid verzacht en kalmeert. Bovendien is camelliaolie bijzonder geschikt voor de gevoelige huid. Ik gebruik deze olie om mijn gezichts- en lichaamshuid snel weer te hydrateren als die een beetje gedehydrateerd is. Heel prettig als je huid net even wat droger is in de herfst of winter, of als je huid ‘gewoon’ droog is. Ook als mijn huid geïrriteerd is, pak ik de camelliaolie erbij.
Wist je dat sommige plantaardige oliën de huid een klein beetje bescherming kunnen geven tegen uv-straling? Kun je dan in plaats van zonnebrandcrème een olie gebruiken als zonbescherming? Dat zou ik niet doen. De bescherming is namelijk nihil. Zo heeft olijfolie een SPF van 7.5 en kokosolie 7.1. Maar deze SPF-waardes zijn veel te laag om je huid goed te beschermen tegen uv B-straling. Daarvoor heb je minstens een SPF 15 nodig (in de winter). In de zomer kun je het beste minimaal een SPF 30 smeren.
En die minimale SPF is niet het enige probleem. Je weet met oliën namelijk ook niet hoe goed je precies beschermd bent, want elke olie-oogst is weer anders. Bovendien is zo’n olie niet ervoor ontwikkeld om netjes op je huid te blijven zitten, zoals dat wel het geval is bij zonnebrandcrèmes. Dan weet je tenminste dat je goed beschermd bent.
Ook zegt die SPF-waarde alleen iets over de bescherming tegen uv B-straling. Je wilt je huid ook beschermen tegen uv A-straling en dat doen die oliën maar minimaal.
Kies dus vooral niet voor plantaardige oliën als je de zon in gaat, een ‘gewone’ zonnebrand beschermt je veel en veel beter.
> Wil je meer weten over hoe goed oliën je beschermen tegen zonnestralen? In deze blog lees je er alles over. Ook heb ik voor deze blog getest hoe goed frambozenpitolie je nu écht beschermt tegen de zon (met foto’s).
Er zijn heel veel oliën te koop, maar het is wel belangrijk dat als je eenmaal besloten hebt welke olie (of oliën) je wilt gaan gebruiken, je het juiste flesje aanschaft. Mijn tips voor een goede keuze:
Bij plantaardige oliën kan er oxidatie ontstaan, dat is niet goed voor je huid. Gelukkig kun je wel ruiken dat de olie niet meer goed is: die krijgt dan een wat muffe geur. Om te voorkomen dat de olie oxideert is er vaak een antioxidant als tocopherol (vitamine E) aan je olie toegevoegd. Dit is niet altijd nodig.
Oliën kun je niet eindeloos bewaren, net zoals dat voor je andere skincare geldt. Met deze tips kun je lang genieten van je olie:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5796020/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/17995816/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/25038696/
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9504376/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/16005170/
https://onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.1111/j.1365-4632.2005.02634.x
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35548366/
https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0926669004001049
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5602416/
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5057295/
[related_products is_auto_added="1"]
In mijn badkamerkastje staan vele flesjes plantaardige oliën. En niet voor niets, er zitten van nature prachtige ingrediënten in. Ik vertel je heel graag alles over plantaardige oliën en natuurlijk welke bij mij favoriet zijn. Wat doen plantaardige oliën voor je huid? Plantaardige oliën haal je uit noten, zaden en delen van planten door […]
Huilen lucht op, maar je wordt er niet altijd mooier van … Na een flinke huilbui kan je namelijk nog lang tegen dikke, rode ogen en wangen aankijken. Waardoor komt dat nu eigenlijk? En hoe kan je de zwelling en roodheid van je ogen en huid verminderen? Ik zocht het voor je uit.
Ooit in de spiegel gekeken na het huilen? Grote kans dat je geconfronteerd werd met een opgezwollen huid en rode ogen. Pfff … het zou je bijna weer tot huilen brengen. Maar laten we er eens anders naar kijken: wat veroorzaakt eigenlijk dit effect? En kun je misschien allergisch zijn voor je eigen tranen? Lees mee!
Eigenlijk maken je ogen de hele dag door tranen aan. Tranen hebben namelijk een hele belangrijke functie. Het dunne laagje traanvocht houdt je ogen vochtig en beschermt ze tegen uitdroging. Daarnaast helpen tranen bij het wegspoelen van vuil, stof en andere deeltjes die in je ogen terecht kunnen komen. Heel functioneel dus, die tranen!
… echte tranen pas 4 tot 8 weken na je geboorte beginnen te vloeien? (Het eerste huilen gaat dus niet gepaard met tranen.)
… huilen vooral voorkomt in de kindertijd?
… vrouwen gemiddeld 4 tot 5 keer per maand huilen, terwijl mannen gemiddeld 0 tot 1 keer per maand huilen?
… tranen zowel door positieve als negatieve emoties kunnen worden opgewekt?
… bij het huilen zo’n 6 verschillende spieren in het gelaat betrokken zijn?
… huilen vaak ook gepaard gaat met geluid, rillingen of kippenvel, omdat het zenuwstelsel erbij betrokken is?
… ‘slaapzand’ in de ogen ontstaat door opgedroogd traanvocht met restjes vuil dat ’s nachts uit je ogen lekt?
Voordat tranen over je wangen rollen, leggen ze een unieke route af. De tranen komen namelijk uit de traanklieren (die zitten bovenin de buitenste hoek van je oogleden). Het vocht dat niet door de ogen wordt opgenomen, wordt dankzij het pompende effect van onze knipperende oogleden naar de binnenste ooghoeken geleid. Daar wordt het vocht via de traanbuisjes naar de neus afgevoerd. Tijdens een heftige huilbui stromen tranen dus niet alleen over je wangen, maar komen ze ook via kleine kanaaltjes in je neus terecht. Dat verklaart meteen ook het gesnotter bij het huilen.
Tranen kunnen om verschillende redenen tevoorschijn komen. Zo heb je de ‘basale tranen’ die nodig zijn om ons netvlies vochtig, schoon en goed beschermd te houden. Dan zijn er de reflextranen, die ontstaan als reactie op een irritatie of prikkeling van buitenaf (zoals bij het snijden van uien). En je hebt emotionele tranen, deze worden opgewekt door emoties.
Het vocht van tranen heeft een bijzondere samenstelling. Het bestaat uit slijm, vet, zouten, bacteriëndodende enzymen en antistoffen. Interessant is dat de samenstelling van tranen afhangt van de aanleiding van de tranen, zo blijkt uit onderzoek. Tranen worden namelijk aangestuurd door het zenuwstelsel, en emotionele tranen bevatten meer hormonen die een pijnstillend effect hebben en stress kunnen verminderen.
Dit verschil in samenstelling verklaart mogelijk ook de ontdekkingen van de Amerikaanse fotografe Rose-Lynn Fisher. Zij vroeg zich af hoe tranen eruit zien onder de microscoop. En wat bleek? Elk type traan heeft een uniek uiterlijk! Ze besloot er een project van te maken en verzamelde heel wat tranen die ze koppelde aan de bijbehorende emotie. Door de tranen tussen twee glasplaatjes te plaatsen en met een microscoop te vergroten, wist ze de structuren duidelijk vast te leggen. Het indrukwekkende resultaat van haar foto’s is te zien in haar boek ‘The Topography of Tears’.
Oké, nu je weet hoe tranen zijn samengesteld, kunnen we teruggaan naar de huid. Want daar gebeurt veel mee tijdens het huilen. Je doorbloeding neemt bijvoorbeeld toe, waardoor je huid roder wordt. En je traanklieren moeten ineens enorm hard werken, waardoor het lichaam meer bloed en vocht naar dit gebied stuurt en de huid rond je ogen opzwelt. Een andere oorzaak van zwelling heeft te maken met een proces dat osmose heet. Ik zal dit even toelichten. Wanneer je huilt, dan wordt er water onttrokken uit andere cellen in het lichaam. Die cellen zullen hierdoor verhoudingsgewijs minder water en meer celzouten bevatten. Het water dat in de traanklier terecht komt is hierdoor waterig en minder zout dan het ‘normale’ vocht in je ogen, maar ook minder zout dan de cellen van je huid. Zout trekt vocht aan, dus wanneer die waterige tranen langs je huid stromen, wordt het traanvocht opgenomen door de zoutere cellen in je huid waardoor je huid wat opzwelt. Interessant hè! Zo kijk je toch even anders naar je huid na een huilbui.
Maar kan je nu allergisch zijn voor je eigen tranen? Het antwoord is ja, in theorie kun je allergisch zijn voor water en zelfs voor je eigen tranen. Alleen is deze allergie echt zeldzaam. Als je hier last van hebt, dan reageer je ook op zweet en speeksel. Een dergelijke allergie heeft enorm veel impact op het dagelijkse leven, want huilen of elke vorm van inspanning kan een extreem pijnlijke ervaring zijn met huiduitslag en brandende jeuk als bijkomend nadelig effect. Afgezien van het lichamelijke ongemak is deze aandoening vaak ook emotioneel zwaar belastend. Om de jeuk te verminderen worden soms medicijnen voorgeschreven. Maar als de jeuk het gevolg is van een droge huid, dan is het advies om de huid te ontlasten door niet te vaak en niet te heet te douchen, de huid zo mild mogelijk te reinigen en de huid direct na het wassen in te smeren. Een medicijn tegen deze allergie is er helaas nog niet.
Wil je zwelling en roodheid zo snel mogelijk verminderen? Ik heb wat tips voor je verzameld, zodat je snel weer een stralende glimlach tevoorschijn kunt toveren.
Koel de huid af, bijvoorbeeld met een guasha of gezichtsroller uit de koelkast. Je kunt er de huid voorzichtig mee masseren. De koude zorgt voor vernauwing van de bloedvaatjes, waardoor de zwelling iets kan verminderen. Je kunt de huid ook koelen met een schijfje komkommer of met een vochtige handdoek.
Bepaalde massagetechnieken kunnen ook helpen om het vocht af te voeren. Door de huid heel zachtjes met pompende bewegingen van onder je ogen richting je slaap te masseren, help je het vocht af te voeren via de lymfebanen. Dit kun je gewoon met je vingertoppen doen.
Wat ook heel lekker is: je crème, serum of toner in de koelkast bewaren. De koele temperatuur kan iets helpen en het geeft een heel fijn gevoel.
Wat goed kan helpen bij ‘puffy eyes’ is om met je hoofd iets hoger te slapen dan normaal. Hierdoor zal het vocht niet in eventuele wallen blijven hangen, maar naar beneden zakken.
Je kent het gevoel vast wel: de extreem droge en gevoelige ogen die je ervaart na een dag veel huilen … Daar kunnen oogdruppels goed bij helpen. Je kunt deze bij de drogist halen. Zorg er wel voor dat je de gebruiksaanwijzing goed leest en opvolgt.
Kijk ook eens naar welke voeding je huid nodig heeft. Beperk alcoholische drankjes en probeer niet te veel zout binnen te krijgen. Zorg er juist wel voor dat je genoeg water drinkt en voeg bananen, bonen, yoghurt en bladgroenten toe aan je voeding voor extra kalium (dit mineraal blijkt een belangrijke rol te spelen bij het regelen van de vochtbalans en de bloeddruk in het lichaam).
Heb je last van onrustige huid met veel rode vlekken, dan kun je de huid goed kalmeren met een kompres van lauwwarme groene thee. Ook een extract van zoethoutwortel kan je huid tot rust brengen. Smeer als je huid nog vochtig is een goede hydraterende crème op je gezicht (bijvoorbeeld op basis van dimethicone, dat is ook een goede basis voor make-up).
Je kunt rode vlekken op je huid verdoezelen door op die huiddelen een dekkende concealer of egaliserende foundation te gebruiken. Een concealer dekt doorgaans beter dan een foundation.
Als stress een reden is tot huilen, dan kan het de afgifte van het stresshormoon cortisol stimuleren. Deze stof verstoort de barrièrefunctie van de huid, net als de talgproductie, waardoor de huid gevoeliger en onrustiger wordt. Probeer daarom manieren te vinden om stress te verminderen.
Schermgebruik kan leiden tot droge, pijnlijke of vermoeide ogen. Gun je ogen daarom wat rust door afleidingen met schermpjes even links te laten liggen. De kans is dan ook groot dat je hierdoor minder stressvolle prikkels zult ervaren, wat ook beter is voor het herstel van je huid en je emoties.
Trouwens, wist je dat traanvocht een heel actueel onderwerp is van onderzoek? Tranen bevatten namelijk veel stoffen die kunnen wijzen op een bepaalde aandoening of op de aanwezigheid van virussen. Dankzij moderne technieken wordt het steeds makkelijker om diagnoses te stellen met slechts hele kleine staaltjes traanvocht. Vaak wordt hier nog bloed voor gebruikt, maar daarvoor zijn veel grotere volumes nodig. Ook bij neurologisch onderzoek kan traanvocht een vervanger zijn voor het hersenvocht dat normaal gesproken moeizaam via een ruggenprik wordt afgenomen. Ogen zijn namelijk uitstulpingen van de hersenen, en kunnen dus ook waardevolle informatie geven over hersengerelateerde aandoeningen. Wat mij betreft een geweldige ontwikkeling, omdat dit het onderzoekswerk voor zowel patiënten als artsen een stuk aangenamer en eenvoudiger maakt.
Weleens gehoord van traanflesjes? Archeologen hebben in veel graven uit de Griekse en Romeinse oudheid kleine vaasjes van terracotta en glas gevonden. Vroeger dachten ze dat hier tranen in werden bewaard van nabestaanden die rouwden om de dood van hun geliefde. Daar is alleen nooit bewijs voor gevonden. Wat ze inmiddels wél hebben ontdekt zijn restjes van parfum en zalven, wat suggereert dat deze flesjes werden gebruikt voor begrafenisceremonies. Doordat de Latijnse benaming ‘Lacrimarium’ nog naar het tranenverhaal verwijst, worden de flesjes nog steeds geassocieerd met dit verhaal. Je zult ze vast nog tegenkomen in musea, zoals in het Rijksmuseum van Oudheden!
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/29687400/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/17760701/
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/29252177/
https://www.maastrichtuniversity.nl/nl/nieuws/tranen-van-wetenschappelijk-geluk
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/30663136/
https://www.huidziekten.nl/zakboek/dermatosen/atxt/AquagenePruritus.htm
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/19383274/
[related_products is_auto_added="1"]
Wat doen tranen met je huid en zijn een gezwollen huid en rode ogen normaal? Is huilen goed voor je huid of niet? Je leest het hier.
Online lees je van alles over zinkzalf en andere producten met zinkoxide. Maar wat is nu waar? Waarvoor kun je zinkoxide crèmes (niet) gebruiken? Hoe werkt zinkzalf eigenlijk? Helpt zink slikken tegen acné? En: zijn nanodeeltjes zinkoxide in zonnebrandcrème eigenlijk gevaarlijk? Ik zet feiten en fabels over zinkoxide op een rij en geef je advies.
Je wist het misschien niet, maar de bekendste toepassing van zinkoxide op de huid is… billetjescrème. Heel veel mensen die kinderen hebben (gehad), hebben namelijk wel ergens een potje Sudocrème staan. En de werkzame stof daarvan is: zinkoxide! Nou gaan er veel fabels rond over Sudocrème. Maar feit is dat de zinkoxide in Sudocrème roodheid en irritatie vermindert die je vaak ziet bij luieruitslag. Toch zou ik uitgerekend Sudocrème niet gebruiken bij mijn kinderen. Waarom niet, daar kom ik zo op. Eerst iets over wat zinkoxide doet.
Alle huidproducten met zinkoxide zijn herkenbaar aan de spierwitte kleur. Die ontstaat namelijk door deze werkzame stof. Zinkoxide zorgt ervoor, samen met de vette basis die alle zinkproducten hebben, dat vocht en irriterende stoffen niet bij je huid kunnen komen. Het beschermt je huid dus. Bovendien remt zinkoxide ontstekingsprocessen en groei van bacteriën. Daarnaast vermindert zinkoxide jeuk en helpt deze stof een branderig gevoel tegen te gaan, van bijvoorbeeld blaasjes.
Dit wil overigens niet zeggen, dat huidproducten met zinkoxide allemaal hetzelfde zijn. Eén van de verschillen tussen zinkoxideproducten onderling is bijvoorbeeld de hoeveelheid werkzame stof.
In Nederland zijn naast Sudocrème tig andere merken huidproducten met zinkoxide te koop. De hoeveelheid zinkoxide daarin varieert: 10 tot 15% komt het meest voor, maar concentraties gaan zelfs tot 25%.
Heb je even? Zinkzalf en vergelijkbare zinkoxideproducten zijn geschikt voor een flinke lijst huidproblemen. Je kunt zinkoxide gebruiken bij eczeem: om jeuk te verminderen en de kapotte huid af te dekken tegen verder vochtverlies en irriterende stoffen van buitenaf. Maar zinkoxide vermindert ook jeuk die ontstaat door insectenbeten, waterpokken of een droge huid. Daarnaast helpt zinkzalf als je last hebt van een koortslip of kapotte mondhoeken. Je begrijpt nu vast waarom ik altijd wel zinkoxidezalf in huis heb…
Zeker! Huidproducten met zinkoxide zijn veilig voor kinderen. Je mag zinkoxide crèmes gebruiken vanaf het moment dat baby’s 1 maand oud zijn. Omgekeerd betekent dat niet dat alle producten met zinkoxide geschikt zijn voor het gevoelige babyhuidje… Verwarrend? Snap ik. Dat komt doordat feiten en fabels over zinkzalven nog wel eens door elkaar lopen. Ik zet een paar fabels op een rij voor je…
Sudocrème past bij de gevoelige babyhuid - Fabel
Sudocrème bevat wel de werkzame stof zinkoxide maar daarnaast ook geurstoffen. Wie mijn blogs regelmatig leest, weet dat ik niet blij wordt van parfumstoffen in cosmetica: het is de nummer 1 veroorzaker van irritatie en huidallergieën. Zowel bij volwassen als bij gevoelige kinderhuidjes.
Zinkzalf is geschikt als dagcrème – Fabel
Ik zou zinkzalf écht niet adviseren als dagcrème. Om verschillende redenen, maar allereerst omdat zinkzalf daarvoor te wit, plakkerig en dik is: je loopt de hele dag met een wit gezicht.
Zinkoxidecrèmes helpen bij brandwonden – Fabel
Online zag ik ergens de ‘tip’ om zinkzalf te gebruiken bij brandwondjes, maar dat is géén goed idee. Zeker niet als er nog warmte in de huid zit. De dikke crème sluit die warmte in waardoor de huid alleen maar meer beschadigt. Niet doen dus!
Zinkzalf smeren helpt tegen puistjes – Fabel…. en een beetje feit
Een hardnekkig verhaal dat blijft rondgaan online is dat het smeren van zinkzalf zou helpen bij het indrogen van puistjes. Niet heel gek bedacht, aangezien zinkoxide ontstekingen en bacteriën remt. Maar een flinke pot zinkzalf op je gezicht met puistjes is geen goed idee. Het voorkomt puistjes niet en kan acne zelfs wat verergeren: de dikke zinkcrèmes kunnen poriën verstoppen. Maar…. heb je last van een enkel puistje dat flink dreigt te ontsteken? Dan kan het geen kwaad om daarop met een wattenstaafje een beetje zinkzalf aan te brengen, bijvoorbeeld voordat je gaat slapen.
Nu ik toch dingen aan het ophelderen ben: weet ook dat er meer soorten huidproducten zijn met zinkoxide, dan alleen zinkzalf. Ze verschillen in concentratie zinkoxide, maar vooral in plakkerigheid. En dat bepaalt of een product lekker smeert.
Allereerst de soorten zinksmeersels. In de schappen van de drogist en apotheek vind je zinkzalf, zinkcrème en zinklotion. Deze producten hebben de concentraties die ik net noemde: 10 tot 15% zinkoxide (met uitschieters naar 25%). Daarnaast is er ook het medische zinksmeersel, dat ook wel zinkolie heet (dat bevat wel 60%). Online kom ik de term zinkvaseline nog wel eens tegen, of zinkoxidevaselinecrème FNA. Beetje verwarrend, maar dat is hetzelfde als zinkoxidecrème.
Om met de zinkolie te beginnen: die is vooral voor medisch gebruik. En geloof me, dat vind je niet erg. Zinkolie is namelijk niet erg prettig in gebruik. Zinkoxide lost niet makkelijk op in olie waardoor je zinkolie voor gebruik altijd steeds stevig moet omroeren (net als 100% pindakaas). En het plakt zo zeer aan je huid, dat het er alleen af gaat met andere olie – dat moet je elke keer doen als je nieuwe wilt aanbrengen.
Zo heftig als zinkolie zijn ‘gewone’ zinkoxideproducten niet. Maar feit is dat de meeste producten met zinkoxide dik en plakkerig zijn. Beetje vervelend misschien, maar voor de werking is het echt nodig. Dikke zinkzalf blijft goed zitten en juist dat geeft het de beschermende werking voor je huid en geeft de zinkoxide de kans om op die plek zijn werk te doen. Maar er zijn verschillen. Een hele dikke zinkzalf krijg je met een basis van vaseline (‘petrolatum’ op het etiket). Minder plakkerige producten bevatten daarnaast ook minerale oliën, shea butter en/of glycerine; dat maakt ze makkelijker smeerbaar. Kijk daar dus naar op het etiket.
Zinkoxide zit trouwens ook in twee heel andere producten: sommige zonnebrandcrèmes. En make up. Daarin hebben ze wel een andere functie.
Zinkoxide in zonnebrandcrème helpt je huid te beschermen tegen schade door de zon. Het werkt als een mineraal filter, aangezien het uv stralen reflecteert. Zinkoxide zorgt zelden voor allergische reacties, daarom is het een populair zonnebrandfilter. Bovendien beschermt zinkoxide tegen zowel uv-A als uv-B straling. Het kenmerkende van zinkoxide, maakt alleen ook dat mensen het niet graag voldoende dik op hun lijf smeren: het maakt je spierwit… Daarom knippen fabrikanten zinkoxide op in microscopisch kleine deeltjes: nanodeeltjes. Je herkent dit op de verpakking door de aanduiding ‘zinkoxide (nano)’. Online kun je daar allerlei waarschuwingen over lezen, waaronder veel onzin. Hoe het wel zit, vertelde ik je eerder in mijn blog 'Hoe veilig zijn zinkoxide en titaniumoxide?'.
Kortgezegd is vooral het inademen van veel zinkoxide niet goed voor je gezondheid. Dat gebeurt vooral bij gebruik van sprays. Ik gebruik een Tinosorb-filter in mijn Suncare en Suncover omdat die de goede eigenschappen van verschillende filtersoorten combineert. Maar ben jij allergisch voor zonnebrandproducten met chemische filters? Dan is een mineraal filter met zinkoxide een goed alternatief. Ik adviseer dan wel een crème en niet een spray. Zo voorkom je dat het inademt.
Overigens vind je zinkoxide in nog een huidproduct, namelijk veel minerale make-upproducten. En ja, zinkoxide reflecteert dus wat uv stralen. Maar in make-up zit erg weinig. Ga dus niet minerale make-up gebruiken in plaats van een goede SPF-crème… En er zijn meer redenen om niet te kiezen voor minerale make-up: die kan je huid flink uitdrogen. Misschien is je opgevallen dat mijn make-up ook mineralen bevat, waaronder zinkoxide. Dat klopt! Maar daarnaast zitten er ook veel verzorgende ingrediënten in. Die ontbreken in minerale cosmetica, want die bestaan (bijna) alléén uit mineralen.
Over ingrediënten gesproken: wist je dat je zink ook kunt slikken als supplement? De hamvraag is natuurlijk of dat je huid goed doet... Het korte antwoord: soms wel.
Vooral over de huid met acne en de rol van zink is veel geschreven. Ook dat het slikken van een voedingssupplement met zink acneklachten kan verminderen. Wat is hiervan waar? Ik schreef hier eerder uitgebreid over. En ja, zink slikken kan inderdaad helpen tegen puistjes. Mits je de goede vorm van zink kiest. En daar valt zinkoxide buiten.
Dat zit zo: zink zit in voeding maar vaak in een vorm die je lichaam niet goed kan opnemen. Veel zink uit voeding poep je dus gewoon weer uit. Heb je extra zink nodig en kies je ervoor een supplement te nemen, dan adviseer ik een preparaat waarin het zink gebonden is aan methionine, picolinaat of gluconaat. Dat kan je lijf namelijk wel heel goed opnemen. 10 tot 15 mg zink per dag werkt al. Er zijn meer zinkpreparaten, zoals die met zinkoxide, zinkcitraat en zinksulfaat, maar die werken minder.
Neem hoe dan ook niet meer dan de aanbevolen dosis. Meer werkt niet beter. En het kan je nare bijwerkingen geven, zoals misselijkheid en overgeven.
Misschien klinkt het wel een beetje vreemd, trouwens. Dat je moet oppassen om zinkoxide zonnebrandspray niet in te ademen. En wel een supplement zink kunt slikken. Dat heeft met de vorm te maken. Nanodeeltjes hebben een andere vorm en daarmee een ander effect in je lichaam dan de zinkdeeltjes in een supplement. Vergelijk het met een regenbui en een hagelbui: beide gemaakt van water maar de vorm zorgt voor een andere impact.
[related_products is_auto_added="1"]
Heb je ook zoveel fabels gelezen over zinkzalf en wil je weten wat producten met zinkoxide écht doen voor je huid? Je lees het hier!
Als je maar even het woord ‘retinol’ op internet opzoekt, valt meteen op hoeveel skincare merken dit ingrediënt in hun producten verwerken. Ik begrijp het wel, omdat deze vorm van vitamine A veel voordelen kan bieden voor de huid. Het kan je huid verstevigen, fijne rimpeltjes verminderen en pigmentvlekken aanpakken. Toch heb ik zelf gekozen voor een alternatief, want retinol heeft ook bijwerkingen. Inmiddels gaan er geruchten rond over een mogelijk Europees verbod op dit ingrediënt. Wat is daarvan waar? Ik zocht het voor je uit.
Als je leest over producten met vitamine A, dan gaat het vaak over huidproducten tegen veroudering. Het is belangrijk om te weten dat met ‘vitamine A’ vaak een vorm van vitamine A wordt bedoeld. En daar zijn er veel van; ze heten ook wel retinoïden. Retinol is daarvan een voorbeeld.
Dat retinoïden de huid kunnen verjongen, ontdekte de dermatoloog Kligman bij toeval in de jaren ’80. Hij onderzocht de werking van één specifieke retinoïde tegen acne: vitamine A-zuur (tretinoïne). Mensen kregen door tretinoïne inderdaad minder last van acne, maar opvallend was dat hun huid er ook een stuk jonger ging uitzien! Sindsdien is er veel onderzoek gedaan naar de effecten van deze en andere vormen van vitamine A op de huid, zoals retinol.
Wat doet retinol voor de huid? Retinoïden verbeteren de gezonde celdeling. En ze stimuleren de aanmaak van collageen (dat je huid verstevigt) en elastine (dat je huid veerkrachtig maakt). Ook remmen ze enzymen die collageen en elastine afbreken. Daardoor verdwijnen en verminderen rimpels. Tretinoïne is hierin de kampioen: het is inmiddels onomstotelijk vastgesteld dat je huid gladder en egaler wordt als je tretinoïne langere tijd gebruikt (8 tot 12 maanden). Ren nu niet gelijk naar de winkel, want tretinoïne is alleen op recept verkrijgbaar. Dat heeft ermee te maken dat je voorzichtig met vitamine A-zuur moet omgaan: je moet het gebruik rustig opbouwen. Anders kun je last krijgen van bijwerkingen op je gezicht, zoals irritatie, een droge huid, schilfers - en op langere termijn juist huidveroudering …
Cosmetica met andere vormen van vitamine A zijn wel vrij verkrijgbaar. Inmiddels vind je retinol en flink wat vormen van vitamine A in diverse skincareproducten (stuk-voor-stuk tongbrekers): retinylpalmitaat, retinylpropionaat, retinaldehyde, retinyl retinoate, hydroxypinoacolone retinoate en retinol. De verschillen in werkzaamheid zijn wel groot. Los van de werking geldt ook voor deze vitamine A-producten, en dus ook voor retinol, dat je het gebruik altijd rustig moet opbouwen. Raakt je huid geïrriteerd? Neem dan een stap terug, of besluit dat het product niet geschikt is voor jouw huid.
Retinol is veruit de bekendste vorm van vitamine A. En producten met retinol zijn enorm populair. Van alle vitamine A-vormen die geschikt zijn voor cosmetica, is retinol het meest gebruikt in onderzoeken. En wat blijkt: retinol kan zeker een verjongend effect hebben op de huid. Toch zijn producten met retinol niet zulke uitblinkers als je zou verwachten. Hoe kan dat?
Daar zijn twee redenen voor. Allereerst: onderzoeken naar retinol zijn gedaan met concentraties van 0,4% tot 1% (of zelfs meer). Maar in Nederland geldt een bovengrens van maximaal 0,3% retinol in skincare. Je kunt je afvragen of je retinolproduct dan nog effectief is.
Het andere belangrijke punt is dat retinol snel reageert met andere stoffen en dan zijn werking verliest. Dit gebeurt als er lucht of (zon)licht bij komt, maar ook door water en de reactie van oliën (waarin retinol is opgelost) met zuurstof uit de lucht. Vanwege dat snelle verval wordt onderzoek naar dit ingrediënt vaak gedaan met ‘verse’ retinol. Maar cosmetica met retinol uit de (online) winkel is gemiddeld al een jaar eerder bereid. Grote kans dus dat de retinol daarin zijn werking al heeft verloren. Bovendien moet de verpakking licht- en luchtdicht zijn (en dat is vaak niet zo). Anders verliest eventuele actieve retinol in je product, na openen binnen een paar dagen alsnog zijn werking. Dat zonlicht retinol inactiveert, is trouwens ook de reden dat ik adviseer retinolcrème sowieso niet overdag te gebruiken.
Er zijn producten die ‘ingekapseld’ retinol bevatten. Retinol is dan enigszins beschermd tegen verval. Van alle retinolproducten geven deze de meeste kans op resultaat. Desondanks heb ik een paar bedenkingen. De minimaal benodigde concentratie zit er namelijk nooit in. Na een jaar blijft daarvan 40% over, maar alleen in het gunstigste geval: als de ingekapselde retinol in een goede formule zit, niet warmer is bewaard dan kamertemperatuur én de verpakking compleet zuurstofvrij en tegen licht beschermd is. Ik zou producten met retinol dus laten staan, tenzij je het ergens koopt waar ze de stof ter plekke voor je bereiden en licht- en luchtdicht verpakken.
Inmiddels staat het ingrediënt retinol ook hoog op de agenda van de Europese overheid. Want de Europese Unie (EU) heeft haar zorgen geuit over de veiligheid van retinol. En daar is wat verwarring over ontstaan. Want wat betekent dit precies voor producten waar dit ingrediënt in is verwerkt? Ik heb dit onderzocht.
Laten we eerst eens even teruggaan naar de bezorgdheid van de EU. Waar komt die eigenlijk vandaan? Daarvoor nemen we een stap terug in de tijd. Naar 2016, toen experts van het Wetenschappelijk Comité voor Consumentenveiligheid de veiligheid van vitamine A onderzochten. Ze concludeerden dat vitamine A doorgaans veilig is, maar ze uitten wel hun zorgen over de hoeveelheid die mensen ervan binnenkrijgen via hun verzorging en hun voeding. Vitamine A zit namelijk ook in voedingsmiddelen zoals vis, eieren en zuivelproducten. Later, in 2022, hebben deze experts hun advies herzien en concludeerden ze dat de vitamine wel veilig is, maar dat het gebruik ervan in cosmetische producten beperkt moet worden tot concentraties van 0,05 % in lichaamsproducten en 0,3 % in overige verzorgingsproducten. Ze stelden ook voor om naast deze limieten een waarschuwingslabel op de producten te plaatsen voor mensen die een verhoogd risico lopen op overmatige inname van vitamine A.
Betekent dit dat retinol gevaarlijk is? Niet als het op de juiste manier wordt gebruikt. Dit verbod is bedoeld om mensen te beschermen die mogelijk te veel vitamine A binnenkrijgen. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat een overmatige inname van vitamine A kan leiden tot osteoporose. Dit is vooral een risico voor vrouwen in de menopauze, die toevallig ook de grootste gebruikers zijn van anti-agingproducten. Je ziet, het probleem ligt dus niet alleen bij retinolproducten, maar bij de totale inname van vitamine A, zowel via voeding en supplementen als via huidverzorgingsproducten.
Het gerucht dat retinol verboden wordt in Europa klopt dus niet. Wel zal de EU het gebruik van dit ingrediënt in huidverzorgingsproducten beperken. Deze nieuwe regelgeving heeft dus ook gevolgen voor fabrikanten van dergelijke producten. Zij zullen hun productformuleringen moeten aanpassen. Dit betekent trouwens niet dat alle producten van de ene op de andere dag worden afgeschaft. Er komt een overgangsperiode waarin bestaande producten nog verkocht mogen worden. Tegen 2026 moeten producten met hogere concentraties uit de schappen zijn verdwenen. Retinolproducten zullen daarna nog steeds verkrijgbaar zijn in Europa, alleen in lagere concentraties.
Gelukkig zijn er ook andere vormen van vitamine A die uitstekend werken op de huid, zelfs in lagere doseringen. Neem bijvoorbeeld hydroxypinacolone retinoate; een van de nieuwste vormen van vitamine A. Een uniek ingrediënt, omdat het net als tretinoïde een direct effect heeft op de receptoren van de huidcellen. Bovendien is deze stof een stuk stabieler en minder irriterend dan retinol. Bij het ontwikkelen van mijn producten heb ik bewust gekozen voor deze variant. Ik wilde namelijk heel graag een serum ontwikkelen met een vorm van vitamine A, die effectief is én voor veel mensen geschikt. Voor een oudere en dunner wordende huid, maar ook bij verstopte poriën, een grove huidstructuur en pigmentvlekjes. Ook voor de meest gevoelige huid. Zelfs bij rosacea en acne! Natuurlijk moet het product ook lekker zacht aanvoelen op je huid. Met alle positieve punten, zonder de (huid-irriterende) bijwerkingen. En dat is gelukt, met mijn Vitamin A Serum.
Voor mijn serum koos ik een milde maar effectieve vorm van vitamine A: hydroxypinacolone retinoate. Voor het gemak: HPR. Deze stof is effectief bij een concentratie tussen 0,1% en 0,2%. Mijn Vitamin A Serum bevat 2% zogeheten granactive retinoid. Dat komt overeen met 0,2% HPR. Ik heb er ook extra kalmerende ingrediënten aan toegevoegd. Om de HPR zo lang mogelijk effectief te houden, verpakken we het serum in een licht- en luchtdichte verpakking. Om bacteriën geen kans te geven, zit er ook geen water in mijn Vitamin A Serum.
Het Vitamin A Serum is bijzonder zacht en daarmee ook geschikt voor de meest gevoelige huid. Het blijft wel verstandig, zoals ik ook adviseer bij andere producten, om het gebruik van het serum rustig op te bouwen. Heb je een gevoelige huid? Begin dan met een of twee keer per week. Gaat het goed? Bouw het gebruik dan op. Uiteindelijk kun je het Vitamin A Serum elke avond gebruiken.
Gebruik liever geen producten met vitamine A als je zwanger bent of borstvoeding geeft. Ze zijn niet direct gevaarlijk, hoor. Maar uit voorzorg worden crèmes met retinoïden op recept (tretinoïde) officieel afgeraden tijdens de zwangerschap of bij borstvoeding. Voor vrij verkrijgbare cosmetica met retinoïden (zoals retinol), geldt zo’n medische waarschuwing niet - maar ik zou het zekere voor het onzekere nemen. Heb je rosacea en raakt je huid geïrriteerd door een retinolproduct? Kies dan voor een andere behandeling. Probeer bijvoorbeeld een crème met vitamine C en/of hyaluronzuur. Dit zijn ook goede alternatieven als je zwanger bent of borstvoeding geeft.
Er zijn ook andere mooie ingrediënten met vergelijkbare effecten als retinol, maar met minder bijwerkingen. Hier zijn enkele alternatieven:
● Vitamine C: dit is een van de best bestudeerde cosmetische ingrediënten: het is zeker dat deze vitamine de huid verbetert. Je huid heeft vitamine C nodig om zelf collageen aan te maken. Maar het ingrediënt doet meer goeds. Het werkt bij roodheid en helpt puistjes en pigmentvlekken verminderen. Onderzoek heeft laten zien dat de huid na langdurig gebruik van vitamine C egaler wordt en de huid haar stevigheid behoudt. Daar komt nog bij dat deze vitamine een antioxidant is en uv-schade kan beperken. Een booster voor je huid dus. Er zijn wel wat voorwaarden aan het gebruik van vitamine C. Dit ingrediënt werkt bijvoorbeeld het best in combinatie met andere antioxidanten, zoals vitamine E.
● Hyaluronzuur: deze stof zit van nature in je huid. Het vermindert rimpels ook, maar doet dat anders dan vitamine A en C. Het is dé kampioen vocht vasthouden: hyaluronzuur vult op korte termijn rimpels op en maakt ze zo (bijna) onzichtbaar. Meer vocht is bovendien goed voor de hydratatie en het volume van je huid. Handig als je ouder wordt, want dan breekt het lichaamseigen hyaluronzuur steeds meer af. Moet je hyaluronzuur dan smeren, injecteren of innemen als supplement? Kan alle drie. Het is bewezen dat hyaluronzuurcrèmes rimpels verminderen. Hyaluronzuur zit ook in sommige cosmetische fillers. Ook een supplement (120-240 mg hyaluronzuur per dag) kan kraaienpootjes verminderen. Kleine kanttekening: het effect is altijd tijdelijk. In welke vorm je hyaluronzuur ook gebruikt, het effect verdwijnt als je ermee stopt.
● Bakuchiol is een natuurlijk ingrediënt van plantaardige oorsprong dat bekend staat om zijn vermogen om fijne lijntjes, rimpels en een oneffen teint te helpen verbeteren. De effecten zijn vergelijkbaar met die van retinol, maar met minder kans op irritatie. Bakuchiol helpt bij het stimuleren van de collageenproductie en de celvernieuwing. En het helpt roodheid te verminderen en huidirritaties te verlichten.
● Niacinamide: Een ander niet-plantaardig alternatief is niacinamide, een vorm van vitamine B3 met een vergelijkbaar positief effect op de collageenproductie en op het verminderen van pigmentvlekjes. Bovendien helpt niacinamide de huid gehydrateerd te houden, terwijl retinol de huid behoorlijk kan uitdrogen.
Gevolgen regelgeving Europese Unie
Update over retinol regelgeving in Europa
[related_products is_auto_added="1"]
Als je maar even het woord ‘retinol’ op internet opzoekt, valt meteen op hoeveel skincare merken dit ingrediënt in hun producten verwerken. Ik begrijp het wel, omdat deze vorm van vitamine A veel voordelen kan bieden voor de huid. Het kan je huid verstevigen, fijne rimpeltjes verminderen en pigmentvlekken aanpakken. Toch heb ik zelf gekozen […]
Hoe kun je meedoen met de nieuwe herfst/wintertrend en je huidbarrière herstellen? Lees mijn tips en adviezen voor je huidverzorging.
Er zijn de afgelopen jaren heel wat huidverzorgingstrends voorbij gekomen, maar deze is wat mij betreft een blijvertje. Ik heb het over de opkomst van barrièreherstellende huidverzorging. Hoe is deze trend ontstaan? Ik zocht het voor je uit.
Het herstellen van je huidbarrière is dé skincare trend van het moment: producten die je huid kalmeren, verzorgen en beschermen. En die ontwikkeling kan ik alleen maar kan toejuichen. Het dwingt ons om kritisch te kijken naar hoe we met onze huid omgaan. Goed nieuws voor je huid, dus!
Je kunt deze trend zien als een reactie op de intensieve huidverzorging die jarenlang is gepromoot, onder andere door influencers op social media. Het draaide lange tijd vooral om het gebruik van talloze producten, hoogwaardige ingrediënten, met maximale concentraties, intensieve huidtools en indrukwekkende maskers. Ziet er allemaal spectaculair uit, maar vaak realiseren de gebruikers zich niet welke impact dit heeft op hun huidbarrière. En dat heeft de huid niet altijd goed gedaan. Ik zal je uitleggen waarom.
Voor het hebben en houden van een stralende huid is een gezonde huidbarrière enorm belangrijk. Om te begrijpen waarom dat zo is, nemen we even een kijkje in én op de huid. Je huid bestaat uit verschillende lagen om het lichaam te beschermen en te ondersteunen. En bovenop de huid zit een natuurlijke beschermlaag van zweet, talg en dode huidcellen, ook wel de zuurmantel genoemd. Die houdt ziekmakende bacteriën buiten en biedt de juiste leefomstandigheden aan de zogenaamde goede huidbacteriën. Om deze redenen wordt je huid vaak ook wel vergeleken met een jas. Maar wist je dat je huid eigenlijk net zo teer is als een lingeriesetje? Laat het me uitleggen …
Je hebt vast wel eens een mooi lingeriesetje in je handen gehad dat niet in de wasmachine mag. Dat je heel voorzichtig door een mild sopje moest halen om het daarna voorzichtig – zonder wringen – te drogen. Zonde namelijk als zoiets moois kapotgaat. Vreemd eigenlijk dat we onze eigen kostbare huid wél blootstellen aan agressieve reinigers, alcohol, kleurstoffen, parfum, heet water, felle zon, sauna, stoombaden, scrubs en massages. En dan nog lekker droogboenen met een ruwe handdoek. Dergelijke invloeden kunnen de huid gevoelig maken voor irritaties, infecties en uitdroging.
Zo zie je maar: de meeste huidproblemen veroorzaken we zelf. Ook je huid kan kapot. Sterker nog ... heel veel huidproblemen worden veroorzaakt doordat we zelf onze huid beschadigen. De belangrijkste functie van je huid is dat ze een barrière vormt tussen je lichaam en de buitenwereld. Ze beschermt je tegen invloeden van buitenaf: bacteriën, virussen, vocht, vuil, hitte en kou. Deze barrièrefunctie is belangrijk voor je gezondheid, maar ook voor je schoonheid. Blijft de barrièrefunctie van je huid intact, dan ziet je huid er goed uit. Egaal, glanzend en jeugdig. Puistjes en andere onzuiverheden, ontstekingen, droge plekjes, eczeem en vroegtijdige rimpels ontstaan of verergeren doordat je huid om een of andere reden haar beschermende werk niet kon doen. Zó belangrijk is het dus om goed te zorgen voor je huidbarrière.
Kun je dan nooit werken met intensieve behandelingen of producten? Jawel, maar op zo’n manier dat het je huid niet beschadigt, veroudert of irriteert. Vaak is verkeerde, of verkeerd gebruikte cosmetica de boosdoener. Maar ook een ongezonde leefstijl, te veel zon of stress tasten de barrièrefunctie van je huid aan. Is cosmeticagebruik dan af te raden? Zeker niet. Ik ben een fan van huidverzorging. Maar het is essentieel dat je weet waar je mee bezig bent. Veel cosmetica tast de barrièrefunctie van je huid juist aan en werkt zo vroegtijdige veroudering in de hand. Om te weten wat goed voor je huid is, zul je je moeten verdiepen in wat je precies smeert. Cosmetica vinden die je huid niet beschadigt, veroudert of irriteert, is een eerste vereiste. Alleen al door het weglaten van foute verzorgingsproducten zal je huid zienderogen opknappen. En nog een tip: bouw je verzorging voorzichtig op, zodat actieve ingrediënten zoals fruitzuren en vitamine A de huidbarrière niet overbelasten. Het voordeel van deze gedoseerde aanpak is dat je de huid zo voorzichtig laat wennen aan de werkstoffen, én dat je eerder kunt ontdekken waar je huid eventueel gevoelig op reageert.
Hoe kom je er nu achter of je huid van slag is door een verkeerde skincare? Een belangrijk signaal is een droge en trekkerige huid na het reinigen. Daarnaast herken je een beschadigde huidbarrière vaak aan droogheid, roodheid, schilferigheid en puistjes . Dergelijke beschadigingen maken de huid kwetsbaar, waardoor het extra gevoelig is voor huidproblemen en externe prikkels. En daar wordt met deze skincare trend op ingesprongen. Met producten die gericht zijn op het herstellen, verzorgen en beschermen van de huidbarrière. Prettige ingrediënten zijn niacinamide en hyaluronzuur. Deze kalmeren en hydrateren je huid, waardoor je huidbarrière wordt ondersteund en versterkt.
Betekent dit dat we nu zo veel mogelijk van dergelijke producten en ingrediënten moeten gebruiken? De meningen over dit onderwerp vliegen je vast om de oren. Als je de reclameboodschappen moet geloven, dan is een hoge concentratie van ingrediënten ‘the bomb’ voor je huid, terwijl anderen juist zweren bij een zo eenvoudig mogelijk huidregime. Dit vraagt om opheldering.
In de huidverzorging kom je vaak de termen ‘hooggeconcentreerd’ en ‘met de hoogste concentratie aan werkzame werkstoffen’ tegen. Wauw, dit klinkt indrukwekkend, toch? Dergelijke slogans wekken de indruk dat hogere concentraties van ingrediënten altijd de beste keuze zijn. Maar is dat ook echt zo? Niet per se. Van sommige ingrediënten weten we dat een te hoge concentratie de huid kan beschadigen, terwijl lagere concentraties juist effectiever kunnen zijn. Ik zal je een paar voorbeelden geven.
Een voorbeeld is vitamine C, een krachtige antioxidant. Vanwege de beschermende en zuiverende eigenschappen wordt het vaak ingezet in cosmetica. Persoonlijk werk ik er ook graag mee. Maar het is belangrijk om voorzichtig te zijn met extreem hoge concentraties, omdat dit een verstoring in de balans met andere antioxidanten kan veroorzaken, wat ongewenste effecten zoals irritaties tot gevolg kan hebben.
Een ander voorbeeld is het geliefde ingrediënt hyaluronzuur. Dit bestanddeel staat bekend om zijn vermogen om vocht vast te houden, waardoor het fijne lijntjes kan verminderen en de huid soepel blijft. Maar wist je dat je voor dit effect niet eens zo’n hoge concentratie nodig hebt? Want zelfs bij concentraties van slechts 0,1 % kan hyaluronzuur al effectief zijn. Hogere concentraties dan 2 % zijn eigenlijk overbodig en kunnen het product onnodig dik maken, waardoor het ook moeilijker door de huid wordt opgenomen. Daarmee ga je dus voorbij aan het doel dat je met hyaluronzuur wilt bereiken …
Meer is dus niet altijd beter. Tegenwoordig ligt de nadruk meer op het herstel van de huid. Met rust, bewuste stappen en ingrediënten waar je huid goed van opknapt. Zodat je huid de gelegenheid heeft om haar beschermende en regulerende functie goed uit te oefenen.
Meedoen aan deze ontwikkeling? Wat mij betreft is dit een goed idee. De huidbarrièere is namelijk zeker belangrijk bij je huidverzorging. Maar mijn advies is ook: weet wat je doet. Zorg ervoor dat je niet te veel producten gebruikt om de huidbarrière te herstellen en op te bouwen.
Wil je weten welke huidverzorging geschikt is voor jou? Dan raad ik je aan om terug te keren naar een eenvoudige basisroutine met milde ingrediënten. Je hebt echt genoeg aan een cleanser, toner, exfoliant, moisturizer en zonnebrandcrème. ’s Ochtends zou je de exfoliant kunnen weglaten, en ’s avonds uiteraard de zonnebrandcrème. Heb je bepaalde huidklachten of wil je een stapje verder gaan, dan kun je nog een speciaal product als een repair cream of serum toevoegen. Merk je dat je huid gevoelig reageert? Doe dan een stapje terug. Zo vind je de beste frequentie voor jouw huid. Als je huid gevoelig blijft, dan kan het een goed idee zijn om over te stappen naar een ander huidverzorgingsregime. Bij twijfel kun je altijd advies inwinnen bij een van mijn huidtherapeuten in mijn kliniek. Zo bouw je een fijne samenwerking op met je huid. En die zal je belonen door jou op de best mogelijke manier te beschermen, met ook nog eens een stralende glow.
 
In de huidtherapie wordt soms bewust gewerkt met behandelingen die de huidbarrière omzeilen. Een actueel voorbeeld is microneedling, waarmee je microscopisch kleine schadeplekjes maakt in de huid. Daar verdwijnt de barrièrefunctie even waardoor je actieve stoffen in de huid kunt brengen. Daarnaast activeer je hiermee het natuurlijke genezingsproces van de huid. Dit stimuleert een belangrijke cel (fibroblast) om nieuw collageen te produceren, wat leidt tot meer collageen (en dus stevigheid) in de huid.
Het klopt dat je met deze behandeling bewust wat schade toebrengt aan de huid. Daarom is het ook zo belangrijk om hiervoor een ervaren huidtherapeut in te schakelen. Microneedling is namelijk niet voor iedereen geschikt en dient met zorg en met de juiste regelmaat toegepast te worden. Laat je daarom goed informeren, zodat je huid op positieve wijze kan profiteren van dergelijke behandelingen.
Toch nog even een extra waarschuwing: er zijn tegenwoordig veel microneedling apparaatjes of rollers te koop voor thuisgebruik. Maar alsjeblieft, in het belang van je huid: wees daar voorzichtig mee. Een microneedling-behandeling vereist echt grondige kennis van de anatomie van het gezicht. De huid is namelijk niet overal even dik en ieder gezicht is uniek. Als je te hard of te diep in de huid komt (en dat gebeurt al snel), kun je de huid namelijk beschadigen met ongewenste gevolgen als irritatiepigment, puistjes en littekens. En dit is precies het tegenovergestelde effect van wat je wilt bereiken.
[related_products is_auto_added="1"]
Hoe kun je meedoen met de nieuwe herfst/wintertrend en je huidbarrière herstellen? Lees mijn tips en adviezen voor je huidverzorging. Deze nieuwste skincare trend raad ik iedereen aan Er zijn de afgelopen jaren heel wat huidverzorgingstrends voorbij gekomen, maar deze is wat mij betreft een blijvertje. Ik heb het over de opkomst van barrièreherstellende huidverzorging. […]
Eén van de meest gestelde vragen in mijn Skincare Centre is ‘Kan ik iets doen tegen pigmentvlekken?’ Dat kan. En het leek me leuk je uit te leggen hoe die behandelingen werken.
Pigmentvlekjes zijn onschadelijk en er zijn heel veel soorten pigmentvlekken. Veel mensen vinden ze wel ontsierend en vragen zich af: wat kun je eraan doen? Daar kom ik zo op. Eerst even dit: hoe ontstaan pigmentvlekjes? Heel simpel, door ophoping van kleurstof (het pigment melanine) in je huid. Dit pigment zorgt ook voor de teint van je huid, voor moedervlekken en bruining door de zon. Maar hoe komt je huid aan die melanine? Nou, die maakt ze zelf.
Je huid bevat een soort ‘pigmentfabriekjes’. Dat zijn de pigmentcellen, in de diepste laag van je huid. Zij maken melanine van een eiwit dat tyrosine heet. Nou verandert tyrosine niet spontaan in melanine, daarvoor is nog een ander eiwit nodig: tyrosinase. Raakt tyrosinase actief, dan verbindt het zich met tyrosine en ontstaat er melanine.
Tyrosinase is dus een soort gaspedaal van de pigmentcel. En drie keer raden waardoor dat gaspedaal onder andere wordt ingetrapt? Precies: de zon. Hoe meer zonlicht, des te meer actief tyrosinase, en meer melanine. Op zich handig, want melanine is er vooral om je huid te beschermen tegen uv-schade. Als stootkussentjes vangen melaninedeeltjes uv-straling op, zodat huidcellen heel blijven.
Dat doet melatonine trouwens niet in de pigmentfabriekjes, maar in de bovenste laag van je huid. Ze liften daarheen met keratinocyten, die tijdens hun tocht naar het oppervlak de melanine oppikken uit de pigmentfabriekjes.
Krijgt je huid langdurig veel zon, dan raakt het ‘gaspedaal’ te diep ingetrapt. Te veel tyrosinase raakt actief, de melanineproductie gaat in overdrive. En je krijgt pigmentvlekjes. Gelukkig zijn pigmentvlekjes te behandelen, er zijn zelfs meerdere opties.
Ingrediënten die ik veel gebruik tegen pigmentvlekjes zijn Azelaïnezuur, vitamine C en E, en zouthoutwortel. Deze stoffen voorkomen dat tyrosinase bindt aan tyrosine. Daardoor kan de pigmentcel minder melanine maken.
En er zijn meer stoffen die tyrosinase remmen. Ik noem ze omdat je ze online kunt tegenkomen, maar ze zitten nooit in gewone cosmetica. Ze zijn namelijk alleen op recept verkrijgbaar. En dat is niet voor niets: hydrochinon (2-4%), Azelaïnezuur in hoge concentraties (5-20%) en tretinoïne werken ook maar zijn alleen op recept verkrijgbaar: ze kunnen bijwerkingen geven zoals jeuk en een branderig gevoel.
Wat je ook kunt doen tegen pigmentvlekjes, is zorgen dat melanine niet zichtbaar wordt. Ofwel: verhinderen dat keratinocyten de melanine meenemen naar het huidoppervlak. Dat doet Niacinamide (een vitamine B3).
Wat ook kan helpen tegen pigmentvlekjes is de toplaag van je huid sneller vernieuwen. Zo worden keratinocyten met veel melanine vervangen door cellen zonder het pigment. Dat doen vitamine A (tretinoïne) en salicylzuur. Mijn Serum tegen pigmentvlekjes bevatten daarom hoge concentraties van deze ingrediënten.
Lasertherapie werkt ook en bied ik daarom aan in mijn Skincare Centre. De laser stuurt energie in de vorm van een lichtpuls, heel gericht naar plekjes waar veel pigment zit. De melaninedeeltjes in de keratinocyten vangen de energie op, vallen uit elkaar, en de kleur verdwijnt. De laser komt maar heel oppervlakkig in de huid en huidcellen zelf raken daarbij niet ‘gewond’.
Om de hardnekkige berichten online tegen te gaan, deel ik ook nog even met wat géén goede behandeling is tegen pigmentvlekjes: bleken met citroen of azijn. In mijn blog over misverstanden die zorgen voor huidproblemen leg ik uitgebreid uit waarom. De korte versie: deze zure stoffen kunnen je huid beschadigen en zelfs zorgen voor… vlekken.
Misschien vraag je je nu af of tyrosinase bruikbaar is tegen witte vlekjes. Ja en nee. In theorie wel. Geef je de huid meer actief tyrosinase, dan zal die meer melanine aanmaken. Maar dat hangt ook af van de oorzaak van de witte vlekjes. Bij een huidziekte als vitiligo heeft tyrosinase geen zin. Voor het maken van melanine zijn natuurlijk de pigmentfabriekjes nodig. En die ontbreken juist bij mensen met vitiligo… Camouflage met huidkleurige crème en bescherming met een hoge SPF is voor hen de meest praktische behandeling.
[related_products is_auto_added="1"]
Eén van de meest gestelde vragen in mijn Skincare Centre is ‘Kan ik iets doen tegen pigmentvlekken?’ Dat kan. En het leek me leuk je uit te leggen hoe die behandelingen werken. Zo ontstaan pigmentvlekjes Pigmentvlekjes zijn onschadelijk en er zijn heel veel soorten pigmentvlekken. Veel mensen vinden ze wel ontsierend en vragen zich af: […]
Ze zijn razendpopulair als alternatief voor zonnebrandcrème: sunscreensticks en zonnebrandsprays. Maar waarom? En werken ze net zo goed? Dat testte ik zelf uit. Check de video!
Wij deden de test met onze uv-camera. En het resultaat liegt er niet om. Onze favoriet smeert gemakkelijk uit, bereikt de moeilijkste plekjes en is hygiënisch, zodat anderen die ook kunnen gebruiken. Benieuwd welke het is? Check de video. Waar kies jij voortaan voor?
Dat sunscreensticks en -sprays zo populair zijn, is misschien niet zo heel gek. Je brengt zonnebrandcrème in een stick of spray aan zonder je vingers. Dat is aantrekkelijk voor mensen die niet van ‘zonnebrandhanden’ houden.
En beide verpakkingen van zonnebrandcrème hebben meer voordelen. Het product van een zonnebrandstick blijft bijvoorbeeld beter zitten omdat het altijd een wax-achtig ingrediënt bevat. Heb je snel last van prikkende ogen door ‘weglopende’ zonnebrand? Daar heb je met zo’n stick geen last van. Een voordeel van een zonnebrandspray is dat je je zonnebescherming er snel mee aanbrengt.
Maar het is niet al goud wat er blinkt. De textuur van sticks kan minder fijn aanvoelen op je huid, juist omdat de crème wat dikker is. Je voelt hem waarschijnlijk wat meer zitten. Ook bereikt zo’n stick niet alle plekjes even goed als je vingers. Denk aan plekjes rond je neus of oren. Zo loop je helaas het risico dat je daar zonschade oploopt. Spray bereikt die plekjes wel, maar een nadeel van zonnebrandsprays is weer dat je tijdens het sprayen waarschijnlijk wat van het product inademt.
Zowel sunscreensticks als sprays moet je met je vingers uitsmeren na het aanbrengen. Het praktische voordeel, dat je handen schoon houdt, is er dus in de praktijk niet. En er is nog een nadeel dat beide hebben, wat ik veel belangrijker vindt: je kunt een stick of spray eigenlijk nooit zo aanbrengen dat ze je huid voldoende beschermen.
Voor goede bescherming tegen uv-straling, moet de laag zonnebrand op je huid dik genoeg zijn. Van gewone zonnebrandcrème weten we hoeveel je daarvoor nodig hebt. Voor je gezicht is bijvoorbeeld een halve theelepel voldoende.
Maar een sunscreenstick bevat geen vloeibare crème, waardoor je lastig kunt meten of je genoeg gebruikt. Je moet met zo’n stick dus vaak genoeg over je huid gaan. Maar hoe vaak dan? Dat is lastig te zeggen: dat verschilt per stick én het hangt af van hoe hard je drukt met de stick. Vraag is ook of je door herhaald wrijven met de stick wel méér zonnebrandproduct op je huid krijgt. En iets vergelijkbaars geldt voor zonnebrandspray. Ook hiervan breng je snel te weinig aan. Hoeveel sprays zijn genoeg? En helpt het uitsmeren na aanbrengen, voor een egaler laagje? Of wordt het dan juist dunner en moet je nog een laagje sprayen?
Kortom: vermoedelijk lukt het je niet om met een sunscreenstick of zonnebrandspray de SPF te behalen die op de verpakking staat …
Ik kan er nog meer over vertellen, maar mijn video zegt eigenlijk genoeg. Die laat duidelijk zien: het is echt verstandiger te kiezen voor een ‘gewone’ zonnebrandcrème. Want je smeert tenslotte voor de goede zonbescherming.
Eén uitzondering wil ik desondanks noemen. Een stick kan een goede aanvulling zijn, bijvoorbeeld als je nu helemaal geen zonnebrandcrème rond je ogen smeert, omdat dit te veel prikt. Een sunscreenstick kan dan een oplossing zijn. Beter een beetje bescherming, dan helemaal niet.
[related_products is_auto_added="1"]
Ze zijn razendpopulair als alternatief voor zonnebrandcrème: sunscreensticks en zonnebrandsprays. Maar waarom? En werken ze net zo goed? Dat testte ik zelf uit. Check de video! Wij deden de test met onze uv-camera. En het resultaat liegt er niet om. Onze favoriet smeert gemakkelijk uit, bereikt de moeilijkste plekjes en is hygiënisch, zodat anderen […]
Een populair ingrediënt in cosmetica is recent op solotoer gegaan: glycerine. Als je pure glycerine aanbrengt op je huid, zou dat geweldige verbeteringen geven. Toch laat ik deze trend liever overwaaien. Ik leg je graag uit waarom.
Ik zag dat #glycerin afgelopen tijd maar liefst 70 miljoen views kreeg op TikTok. Nu is glycerine al jaren populair, maar dan als ingrediënt in heel veel cosmetische producten. Hoe komt het dan dat pure glycerine ineens de trend wordt? Dat leg ik je zo uit. Maar eerst even over glycerine.
Glycerine is een doorzichtige stof, vloeibaar, geurloos en wat plakkerig. Het smaakt een tikje zoet. Dat komt doordat het een zogeheten suiker-alcohol is. Glycerine zit van nature in je lichaam, onder andere in je huid. En het zit in plantaardige en dierlijke vetten.
Glycerine mag wat mij betreft een prijs, want het is een topper voor cosmetica. Niet om één, maar om heel veel redenen. Allereerst is het supergoed in hydrateren. Glycerine in cosmetica trekt makkelijk in je huid en het trekt water aan: daardoor hydrateert de huid. Eenmaal in je huid bindt glycerine zelf aan water, wat daardoor niet kan ontsnappen. Zo zorgt glycerine ook voor minder uitdroging.
Nog een reden dat ik al lang fan ben: als ingrediënt irriteert glycerine niet. Het is dus geschikt voor alle huidtypen. Maar ja: waarom ineens die trend richting 100% glycerine?
Pure glycerine kwam in de lift door de optelsom van een paar beautytrends. De eerste is hydratatie: dit is lang populair. Vervolgens raakte een glanzende huid in opkomst, vooral in Aziatische landen. Resultaat: de populariteit van pure glycerine ging sky high. Natuurlijk vanwege de bekende hydraterende werking; en de waterige textuur geeft een perfecte glazige glans. (Vaseline wordt hier ook wel eens voor gebruikt, maar dat laat je huid vettig glimmen.) En misschien heeft ook de toenemende vraag naar duurzame cosmetica de trend een duwtje gegeven. Aangezien glycerine voorkomt in planten, klinkt het ‘groen’. Applaus dus voor de 100%-glycerine trend? Toch niet.
Zou ik pure glycerine gaan gebruiken? Heel eerlijk: nee. Allereerst heb je na het aanbrengen een plakkerig laagje op je huid. Daaroverheen kun je bijvoorbeeld geen zonbescherming of make-up aanbrengen. Dat wordt namelijk wat.. modderig. Maar belangrijker: pure glycerine kan je huid kwaad doen.
In zijn pure vorm kan glycerine op je huid irritatie, puistjes en mee-eters veroorzaken. Verder trekt glycerine zo sterk water aan, dat het water kan aantrekken uit de diepere lagen van je huid. Dat gebeurt als je in een heel droge omgeving bent. Resultaat: je huid hydrateert niet, maar droogt juist uit!
Nog een reden om niet alleen glycerine te gebruiken: je doet je huid ermee tekort. Je huid heeft bijvoorbeeld ook fruitzuren, vitamines en collageen nodig. Die ga je zichtbaar missen als je je laat meeslepen door de 100% glycerine-trend. Tot slot: glycerine is niet per se ‘groen’... Een deel van de glycerine komt van palmplantages waarvoor tropisch bos is omgehakt. Je snapt waarom ik mijn leveranciers altijd vraag naar bewijzen voor een verantwoorde bron…
Net als voor de meeste ingrediënten, geldt dus voor glycerine: voldoende in een product doet je huid goed, maar méér is niet beter. Ik laat de trend van pure glycerine dus lekker overwaaien, maar ik blijf enthousiast over glycerine als basisingrediënt. Daarom zit het in bijna al mijn producten. En ik ben niet de enige fan. Glycerine vind je op de ingrediëntenlijst van heel veel moisturizers, toners, exfolianten en crèmes. Mocht het niet direct zien staan op de ingrediëntenlijst: dat kan kloppen. Zoek ook naar glycerol, propan-1,2,3-triol of trihydroxypropaan: da’s namelijk allemaal glycerine.
[related_products is_auto_added="1"]
Een populair ingrediënt in cosmetica is recent op solotoer gegaan: glycerine. Als je pure glycerine aanbrengt op je huid, zou dat geweldige verbeteringen geven. Toch laat ik deze trend liever overwaaien. Ik leg je graag uit waarom. Trend op TikTok Ik zag dat #glycerin afgelopen tijd maar liefst 70 miljoen views kreeg op TikTok. […]
Je hebt ze vast weleens in de winkel zien liggen, of misschien heb je er zelfs al eens eentje uitgeprobeerd? Lip plumpers die je als een gloss op je lippen smeert. Ze beloven je lippen voller te maken. Maar vaak gaat dit gepaard met een tintelend en soms zelfs prikkend gevoel. Waarom gebeurt dit eigenlijk? En hoe kun je je lippen het beste verzorgen voor een voller effect? Ik leg het je graag uit.
Volle lippen zijn gewild. Waarschijnlijk komt dit verlangen voort uit de wens om er jonger uit te zien, omdat het nu eenmaal een feit is dat het volume van de lippen afneemt naarmate we ouder worden. Daarom kiezen sommige mensen voor cosmetische ingrepen met fillers om hun lippen te vergroten. Een minder ingrijpende methode is het smeren met een lip plumper. Die zorgt namelijk tijdelijk voor meer volume in de lippen. Het lijkt misschien een wondermiddeltje, maar eigenlijk is het een logische reactie op de ingrediënten in het product …
Lip plumpers zijn sinds ongeveer het jaar 2000 op de markt en blijven in toenemende mate populair. Dit cosmetische product zorgt voor een optische en tijdelijke toename van het lipvolume. Om dit te bereiken, worden diverse ingrediënten ingezet met verschillende effecten (zoals een toename van de bloedstroom of hydratie van de bovenste huidlagen) om de lippen voller te laten lijken. Veel lip plumpers bevatten essentiële oliën, zoals kaneel, cayennepeper, gemberextract, peperextract, menthol en cafeïne. Die staan bekend om hun irriterende en vaatverwijdende werking op de bloedvaten. Een ander veelgebruikt ingrediënt dat de bloedvaten verwijdt, is benzylnicotinaat, ook wel bekend als methyl nicotinate. Soms bevatten lip plumpers ook collageen microdeeltjes van zeesponzen, die sterk vocht aantrekken naar de bovenste huidlaag. Daarnaast wordt hyaluronzuur vaak gebruikt vanwege zijn hydraterende werking. Het effect is alleen wel van korte duur, dus het vraagt wel om regelmatig gebruik. In sommige gevallen wordt zelfs bijengif toegevoegd. Hoewel er weinig onderzoek naar dit ingrediënt is gedaan wordt het doorgaans in cosmetica gebruikt om de poriën te verkleinen en de huid te beschermen tegen schadelijke invloeden van buitenaf.
In feite zijn lip plumpers ontworpen om een bewuste irritatie te veroorzaken, waardoor je lippen een beetje gaan zwellen. Maar pas op, want veel van de bestanddelen in lip plumpers kunnen overgevoeligheidsreacties of zelfs allergische reacties veroorzaken. Zeker in combinatie met zonlicht. Een goed voorbeeld hiervan is kaneel, dat histamine in het lichaam vrijmaakt, vergelijkbaar met reacties die sommige mensen ervaren bij koriander, gember, mango en kiwi. Andere ingrediënten die de bloedcirculatie stimuleren, irritatie kunnen veroorzaken of allergische reacties kunnen opwekken zijn onder andere: Beevenom, Benzyl nicotinate, Methyl nicotinate, Jambu extract en Menthol.
De mate waarop iemand reageert op een lip plumper hangt af van de gevoeligheid van deze persoon voor de ingrediënten in het product. Maar onderzoek heeft uitgewezen dat het effect van een lip plumper na zo’n 30 minuten geleidelijk weer afneemt tot ongeveer een uur na het aanbrengen. Er is nog geen onderzoek gedaan naar het langdurig gebruik van lip plumpers, maar gezien het irriterende effect op de bloedvaten en de huid is het logisch te concluderen dat een veelvuldig gebruik tot ongewenste reacties zou kunnen leiden, bij jezelf of bij een ander.
Mensen met een droge, gevoelige huid of met aanleg voor een koortslip of een huidaandoening zoals rosacea en eczeem moeten extra voorzichtig zijn met een lip plumper. De irriterende werking van het product kan de klachten namelijk verergeren. En natuurlijk is allergie voor een van de bestanddelen een contra-indicatie. Oh, en ook goed om te weten: zoenen is niet zonder gevaar. Want zoenen met een lip plumper op de lippen kan bij de ander tot een reactie leiden. Zo is er een geval bekend van een jongen die een geïrriteerde huidreactie opliep nadat zijn moeder hem een kus gaf op de wang. Geen prettige ervaring …
Wil je je lippen mooi hebben en houden? Dat kan ook zonder irriterende stoffen. Laten we eerst eens goed kijken naar je lippen. Want die zijn uniek. Dit kun je al zien aan de kleur. Doordat de bovenste huidlaag erg dun is, zijn onderliggende bloedvaten goed zichtbaar. Een ander opvallend kenmerk van je lippen is het gebrek aan talgklieren, waardoor ze minder goed in staat zijn om zichzelf vet te houden. Dit maakt je lippen gevoeliger voor invloeden van buitenaf. Vandaar dat het zo belangrijk is om ze met zorg te behandelen. Verzorg je lippen het liefst met een product zonder smaak- en kleurstoffen; pure vaseline en olie hebben de voorkeur. Wil je een stapje verder gaan, dan kun je zoeken naar producten met stoffen die de huidbarrière herstellen en versterken, zoals panthenol en ceramiden.
Je kunt de doorbloeding van de lippen ook stimuleren met behulp van massagetechnieken. Bijvoorbeeld door je lippen met je vingers te ‘kneden’. Dit zorgt voor een stimulerend effect op de doorbloeding en het heeft een stretchend effect op de mondkringspier, wat automatisch leidt tot ontspannen en wat vollere lippen. Zo bereik je een mooi natuurlijk effect zonder nadelige bijwerkingen …
[related_products is_auto_added="1"]
Je hebt ze vast weleens in de winkel zien liggen, of misschien heb je er zelfs al eens eentje uitgeprobeerd? Lip plumpers die je als een gloss op je lippen smeert. Ze beloven je lippen voller te maken. Maar vaak gaat dit gepaard met een tintelend en soms zelfs prikkend gevoel. Waarom gebeurt dit eigenlijk? […]
‘Duurzaam’ is hot. Cosmeticamakers doen daarom hun best om producten te maken met minder impact op het milieu. Goed voor jou en het klimaat. Het valt me wel op dat niet alles wat ‘groen’ of ‘natuurlijk’ lijkt, echt duurzaam is. Ik zet ik drie mythes op een rij. En tips voor duurzame keuzes.
Veel mensen kiezen tegenwoordig voor duurzaam, ook als het gaat om cosmetica. En ik denk oprecht dat producenten proberen hun steentje bij te dragen voor betere keuzes. Dat zie je ook aan verpakkingen, die benadrukken hoe ‘natuurlijk’, ‘milieuvriendelijk’ of ‘duurzaam’ een product is. Maar waar vroeger misleiding in de cosmeticawereld vooral zat in claims rond antirimpelcrèmes, zo zie je nu misleiding rond duurzaamheid. Ofwel: greenwashing. Eerder vertelde ik je al hoe je greenwashing herkent. Vandaag deel ik drie duurzaamheidsmythes die handig leunen op de term ‘natuurlijk’.
Natuurlijk klinkt vooral beter. Veel mensen denken daardoor dat stoffen die in de natuur voorkomen veiliger zijn voor je gezondheid én minder schadelijk voor het milieu. Maar ik vertelde eerder al: de bron van een stof bepaalt niet of die veilig is voor je huid of het milieu. Dat bepaalt de werking van een stof in combinatie met de hoeveelheid.
‘Natuurlijk’ uv-filter beschadigt koraal
Hoe hardnekkig misverstanden kunnen zijn, blijkt uit een hype rond zonnebrandcrèmes en koraal. Hawaï promoot zonnebrandcrèmes met minerale filters gebaseerd op zinkoxide. Deze stof komt in de natuur voor en zou daarom beter zijn voor het koraal dan chemische uv-filters. Maar onderzoek heeft intussen al bewezen: de toegenomen hoeveelheid zinkoxide die gemeten werd in het zeewater beschadigt de koraalriffen en de zeedieren. Chemische uv-filters kunnen weliswaar ook schade toebrengen, maar pas bij hogere concentraties dan er gemeten zijn gemeten in het zeewater.
Uiteraard is het mogelijk om natuurlijke ingrediënten, zoals extracten uit planten, op een duurzame manier te verkrijgen. Maar het feit dát een product natuurlijke ingrediënten bevat, zegt niks over hoe duurzaam de bron is... Iets als ‘natuurlijke essentiële olie’ klinkt heel groen. Sommige producenten van essentiële rozenolie roepen ook trots hoeveel rozenblaadjes er wel niet in zitten én suggereren dat de olie duurzaam is. Onmogelijk.
De simpele waarheid is: hoe meer grondstoffen je nodig hebt, des te meer impact op het milieu. En voor 1 kilo essentiële rozenolie zijn honderden – soms zelfs duizenden – kilo’s rozenplanten nodig... Planten uit de natuur raken bovendien een keer op, met alle nare gevolgen voor hun leefgebied. Dat geldt bijvoorbeeld voor Indian sandalwood: deze boom is inmiddels bedreigd...
Namaken en upcyclen is vaak beter
Is het verbouwen van zulke planten dan een oplossing? Kan. Maar akkerbouw heeft ook flinke impact op het klimaat. Zeker als er natuurgebieden voor moeten wijken. En hoe duurzaam is het eigenlijk om ‘natuurlijke ingrediënten’ die alleen groeien in een tropisch gebied, de halve wereld over te vliegen om er cosmetica van te maken? Ingrediënten namaken in een fabriek, is vaak duurzamer. Nog beter is om cosmetische ingrediënten te halen uit afval dat sowieso al ergens ontstaat, beter bekend als upcycling. Dat kan bijvoorbeeld met koffieafval. Dat is meestal nog goedkoper ook.
Was het maar zo simpel. Plastic wordt gemaakt van het spul dat overblijft als van ruwe olie brandstoffen zijn gemaakt. Een fossiele grondstof dus. Maar plastic is veel lichter dan bijvoorbeeld glas, waardoor vervoer minder (fossiele!) brandstof kost. Ook houdt plastic cosmetische producten lang goed - dat voorkomt verspilling. Nou kunnen glas en bijvoorbeeld aluminium dat ook, maar die kosten meer energie om te maken, omdat je die moet smelten om er wat van te maken. Aan de andere kant: aluminium en glas hebben weer eigenschappen die in sommige situaties juist beter uitpakken dan plastic… Kortom: het is allemaal zo simpel nog niet.
Eerlijk is eerlijk: wat zeker wél duurzaam is en hoe dat precies zit, is gewoon een ingewikkeld verhaal. Voor een eerlijk oordeel moet je namelijk kijken naar de hele levenscyclus van een cosmetisch product. Naar het winnen van de grondstoffen, de productie, het vervoer, maar ook het gebruik bij je thuis en het verwerken van de verpakking na gebruik. Ben je er nog? 😊
Kun je dan niets doen? Zeker wel. Ik geef je drie simpele tips.
Minder kopen is beter. Want zelfs als een duurzame claim terecht is: elk product vereist grondstoffen en energie om het te maken, vervoeren en als afval te verwerken. De eerste vraag is daarom: heb je tig verschillende cosmetische producten nodig? Persoonlijk meen ik: less is more. Verder: koop niet meer dan je kunt opmaken voordat de houdbaarheid verstrijkt. Weggooien is pure verspilling, ook als het zeker duurzaam is.
Wekt een merk de suggestie van duurzaam of klimaatvriendelijk? Kijk dan heel eventjes verder. Bestaat de enige info uit: ‘Wij gebruiken natuurlijke producten’? Dan zou ik me sterk afvragen of het product echt ‘groen’ is. Echt duurzame cosmetica geven vaak uitgebreide informatie hierover of zijn bijvoorbeeld aangesloten bij een organisatie die zich hiervoor inzet. Nu hoor je denken: ik kan toch niet alles checken…. Is ook waar. Wil je zekerheid én gemak, kies dan iets met een keurmerk: dat doet de check vóór je. Zoals Cosmos of Ecocert. Een overzicht staat op keurmerkenkwijzer.nl. Dat niet alle duurzame producten een keurmerk hebben, is trouwens omdat het traject om er een te krijgen kostbaar is.
Ik weet het, deze tip is oud maar echt belangrijk: veel cosmeticaverpakkingen zijn prima te recyclen. Kleine moeite om ze bij het plastic afval, de oud-papierbak of de glasbak te doen.
[related_products is_auto_added="1"]
‘Duurzaam’ is hot. Cosmeticamakers doen daarom hun best om producten te maken met minder impact op het milieu. Goed voor jou en het klimaat. Het valt me wel op dat niet alles wat ‘groen’ of ‘natuurlijk’ lijkt, echt duurzaam is. Ik zet ik drie mythes op een rij. En tips voor duurzame keuzes. Veel […]